Opzet programma's
We hebben gekozen voor een begroting die 7 programma's bevat:
Programma 1 Bestuur en Dienstverlening
Programma 2 Wonen en Economie
Programma 3 Leefomgeving en Veiligheid
Programma 4 Vrije tijd
Programma 5 Versterking eigen kracht, Ondersteuning en Bescherming
Programma 6 Bedrijfsvoering
Programma 7 Algemene dekkingsmiddelen
Per programma volgen we de onderstaande opzet.

W-vragen
De door ons gebruikte systematiek sluit aan bij de vastgestelde richtlijnen. De W-vragen pellen als het ware af, van het te bereiken doel in 2026 naar welke activiteiten nodig zijn om dit doel te behalen en vervolgens welke middelen nodig zijn voor het bereiken van het doel. Om de begroting niet te omvangrijk te maken focust de begroting zich vooral op nieuwe doelen en activiteiten en op de (inhoudelijke en financiële) veranderingen ten opzichte van de vorige begroting.
Per programma beschrijven we eerst de ambitie van dat programma. Wat is de bedoeling? Wat willen we bereiken met onze inspanningen? Daarna volgen per thema de W-vragen.
1e W-vraag: Wat willen we bereiken?
Het antwoord op deze vraag richt zich op de ambitie die we hebben bij het thema. Wat is het doel/ zijn de doelen binnen het thema en vervolgens toegespitst op de doelen die we in 2025 willen bereiken of beïnvloeden.
2e W-vraag: Wat gaan we daarvoor doen?
Dit bevat de activiteiten in 2026 waar in de bestuursrapportage en de jaarstukken voortgang en resultaat op wordt aangegeven. Dit is een deel van de activiteiten binnen een programma, namelijk die activiteiten waar we een extra impuls aan geven in het komende jaar. De 'going concern' activiteiten voeren we wel uit, maar benoemen we niet expliciet in de begroting.
Indicatoren
De indicatoren zijn per begrotingsthema weergegeven. Er zijn twee soorten indicatoren: prestatie-indicatoren (P) die iets zeggen over de vraag of we hebben gedaan wat we zouden doen, deze staan onder de doelen. En effectindicatoren (E) die iets zeggen over de vraag of we met onze inspanningen bereiken wat we wilden bereiken, deze staan onder de ambitie.
Financiële toelichting
Hier staan toelichtingen op de financiële ontwikkelingen binnen het thema. De structuur van de boekhouding is voorgeschreven door het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording). Hier komt de term 'producten' terug die u niet in de tekstuele toelichting bij de programma's zult terugvinden. Deze verplichte structuur maakt het leggen van een solide financiële verbinding tussen boekhouding en ambities en doelstellingen lastig. Met de toelichting hebben wij dit wel zo veel als mogelijk aan elkaar verbonden.
De bedragen die in de kolom 'Begroting 2025' zijn opgenomen, betreffen de bedragen van de gewijzigde begroting na bestuursrapportage en de resultaatbestemming 2024. We maken inzichtelijk welke budgetten gemoeid zijn met de verschillende activiteiten en werkzaamheden die binnen een thema/product plaatsvinden. Voor een aantal middelen die specifiek genoemd zijn in het coalitieakkoord geldt dat deze gedurende de gehele raadsperiode beschikbaar zijn, maar vanwege de beschikbare incidentele middelen verwerkt zijn in de specifieke jaarschijven. Verder zijn de interne doorbelastingen opnieuw beoordeeld. Dit leidt tot verschuivingen tussen begrotingsprogramma's met als doel om het inzicht te verbeteren.
3e W-vraag: Wat mag het kosten?
Dit bevat de samenvatting van de financiële effecten op programmaniveau en staat aan het einde van het programma. Hier worden ook de reservemutaties opgenomen binnen het programma getoond en benoemd. De raad stelt de begroting vast op programmaniveau, vandaar dit overzicht van het totale programma.
Omdat alle kosten voor bedrijfsvoering op het programma Bedrijfsvoering zijn verantwoord en er geen doorbelasting naar de andere programma's plaatsvindt, ontstaat in sommige gevallen de situatie dat baten op een product de lasten lijken te overschrijden. Dit komt onder andere voor bij de onderdelen Riolering, Afval en Begraafplaatsen. Voor die onderdelen wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen voor een uitgebreide toelichting.
De bedragen in de tabellen zijn afgerond op duizendtallen. Daardoor kan het voorkomen dat totaaltellingen niet volledig aansluiten.
