Product Armoedebeleid
In het onderdeel Armoedebeleid zitten budgetten voor diverse onderdelen. Zo wordt uit dit onderdeel de Nieuwegein Stadspas betaald, de collectieve zorgverzekering, de individuele minimaregelingen en de uitkeringen voor energiearmoede. De activiteiten die vanuit de budgetten in dit onderdeel betaald worden, dragen in dit thema met name bij aan:
Hieronder vindt u de meerjarige ontwikkelingen ten opzichte van 2025 | ||||||
Product | Armoedebeleid | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | Begroting 2029 | ||
Lasten | 5.320 | 3.554 | 3.647 | 3.693 | 3.789 | |
Baten | 157 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | 5.163 | 3.554 | 3.647 | 3.693 | 3.789 | |
De lasten voor het product Armoedebeleid dalen ten opzichte van 2025 met € 1.321.000, de baten dalen met € 157.000. Dit is hieronder toegelicht.
Plan van Aanpak Energiearmoede, lagere lasten € 1.141.000 en lagere baten € 157.000
De middelen uit het Plan van Aanpak Energiearmoede 2023 - 2025 (raadsnummer 2023-279)
zijn merendeels tot en met het jaar 2025 begroot. Ten opzichte van 2025 zijn de lasten en baten € 1,1 miljoen respectievelijk € 157.000 lager. Mogelijk niet bestede middelen in 2025 vloeien terug naar de reserve Bestrijding Energiearmoede, zodat deze beschikbaar blijven voor andere initiatieven ten behoeve van armoedebestrijding.
Inkomensondersteuning en collectieve zorgverzekering, hogere lasten € 94.000
Voor de individuele minimaregelingen en de collectieve zorgverzekering volgen we de begroting WIL 2026. Er wordt gestreefd naar meer lokale dienstverlening en harmonisatie van het minimabeleid.
Incidentele middelen Armoedebeleid, lagere lasten € 740.000
Diverse budgetten voor armoedebestrijding zijn in 2025 incidenteel begroot. Dit betreft de volgende budgetten, waarbij de herkomst van deze incidentele middelen is weergegeven:
- Algemene kosten Armoedebestrijding € 66.000 (raadsperiode);
- Budgetbeheer € 145.000 (raadsperiode);
- Maatregelenmix € 298.000 (raadsperiode);
- Jongerenperspectieffonds € 68.000 (regulier overheveling);
- Preventie ondernemers € 163.000 (incidentele middelen-voorheen TONK).
Het resterende verschil (hogere lasten € 20.000) is een samenstel van diverse kleine voor- en nadelen, die niet verder worden toegelicht.