Product Maatwerkvoorziening 18+
In het onderdeel Maatwerkvoorziening 18+ zitten budgetten voor diverse onderdelen. Zo worden uit dit onderdeel diverse kosten in het kader van de WMO betaald, zoals hulp bij het huishouden, vervoershulpmiddelen en woningaanpassingen. De activiteiten die vanuit de budgetten in dit onderdeel betaald worden, dragen in dit thema met name bij aan:
- Ambitie 1: Als vanuit het eigen netwerk onvoldoende hulp beschikbaar is, zijn passende ondersteuning en hulpmiddelen beschikbaar.
- Ambitie 3: Onze inwoners met een beperking of een tijdelijke problematiek kunnen met passende ondersteuning zo zelfstandig mogelijk in de stad (blijven) wonen.
- Ambitie 4: Mantelzorgers kunnen hun taak aan.
Hieronder vindt u de meerjarige ontwikkelingen ten opzichte van 2025 | ||||||
Product | Maatwerkvoorziening 18+ | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | Begroting 2029 | ||
Lasten | 17.914 | 18.474 | 16.324 | 16.403 | 17.165 | |
Baten | 1.408 | 1.747 | 421 | 431 | 446 | |
Saldo | 16.507 | 16.727 | 15.903 | 15.972 | 16.719 | |
De lasten van dit product nemen met € 560.000 toe en de baten nemen toe met € 340.000. Dit wordt naast de indexeringen als volgt verklaard.
Beschermd Wonen, lagere lasten € 330.000 en hogere baten € 332.000
Op 1 januari 2024 werd de Wmo uitgebreid met de taak Beschermd Wonen (BW). Via het Regioplan, de samenwerkingsovereenkomst, de werkbegroting en een uitvoeringsprogramma hebben we afspraken gemaakt over de verdeling van de financiële middelen en de rollen en taken in de samenwerking. De gemeente ontvangt op basis van het objectieve verdeelmodel het budget om zorg en ondersteuning te realiseren. Voor Nieuwegein gaat het voor 2026 vooralsnog om een bedrag van
€ 1.328.000.
Wmo-voorzieningen, hogere lasten € 230.000
Vanuit de taskforce Voorzieningen (waaronder de Wet maatschappelijke ondersteuning) zijn we de afgelopen periode bezig geweest met de uitdaging de kosten van Wmo te beheersen. Hier gaan we mee verder, al is een deel van de daaruit voortgekomen maatregelen vooralsnog getemporiseerd. We zien wel een meer bescheiden groei van de kosten dan de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Met de geprognosticeerde cijfers van 2025 als basis, verwachten we een relatief kleine toename van de kosten in 2026 en zien we vooralsnog geen aanleiding af te wijken van de lijn uit de kadernota 2026.
