Product Duurzaamheid
Het product Milieu en klimaatadaptatie omvat de budgetten voor onder andere de energietransitie, duurzaamheid en klimaatadaptatie, evenals de baten en lasten voor de subsidies Energiearmoede in de wijk (tot 2028), programma circulariteit en Nationaal Isolatieprogramma (tot 2027). Ook het bouw- en milieutoezicht is onderdeel van dit product, hier valt onder andere de bijdrage aan de Omgevingsdienst Utrecht onder.
De activiteiten die vanuit de budgetten in dit onderdeel betaald worden, dragen in dit thema met name bij aan de volgende ambitie:
Hieronder vindt u de meerjarige ontwikkelingen ten opzichte van 2025 | ||||||
Product | Duurzaamheid | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | Begroting 2029 | ||
Lasten | 4.791 | 3.982 | 3.647 | 3.681 | 3.716 | |
Baten | 1.792 | 479 | 1.879 | 1.877 | 1.882 | |
Saldo | 2.999 | 3.503 | 1.768 | 1.805 | 1.834 | |
Ten opzichte van de begroting 2025 is te zien dat in 2026 de lasten en baten met ongeveer € 800.000 en € 1.300.000 afnemen. Het verschil tussen deze jaren hangt hoofdzakelijk samen met de volgende onderdelen:
Handhaving milieu en bouwen, € 50.000 hogere baten en € 132.000 hogere lasten
Op het product Handhaving milieu en bouwen stijgen de lasten in 2026 (ten opzichte van 2025) met € 132.000. Door het vervallen van de bijdrage van de provincie voor bodemtaken stijgt de gemeentelijke bijdrage. Dit heeft een effect van € 33.000 hogere lasten. Verder zijn er taken overgaan van de gemeente naar de Omgevingsdienst Utrecht, wat de gemeente € 90.000 kost. Het resterende deel betreft het effect indexaties.
De baten worden € 50.000 hoger ingeschat. Dit als onderdeel van de maatregel risicovoller ramen uit het traject Sluitende Meerjarenbegroting.
Wet betaalbare huur, € 134.000 lagere lasten
Bij de kadernota 2022 waren er tot en met 2025 incidentele middelen beschikbaar gesteld die voor 2026 dus niet meer beschikbaar zijn. Hierdoor dalen de lasten in 2026 met € 134.000.
Duurzaamheid, € 1.364.000 lagere baten en € 478.000 hogere lasten
De stijging van de begrote kosten houdt verband met de opvolger van de rijksuitkeringen CDOKE (Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid ter mede-uitvoering van het Klimaatakkoord) en NIP (Nationaal isolatie programma) en de uitvoering hiervan.
Doordat de uitkering CDOKE in 2026 wordt verstrekt via de algemene uitkering in plaats van als specifieke uitkering nemen de baten op dit programma af. Dit is voor de begroting budgetneutraal, omdat het leidt tot een hogere algemene uitkering (programma Algemene dekkingsmiddelen). De middelen CDOKE worden door het rijk jaarlijks verstrekt tot en met 2030. Na 2030 is het onzeker of de uitkering wordt voortgezet.
Energietransitie, € 173.000 hogere lasten
De lasten op het onderdeel energietransitie zijn in 2026 € 173.000 hoger dan de bijgestelde begroting 2025. Dit wordt veroorzaakt doordat er in 2025 incidenteel minder middelen benodigd zijn om de activiteiten uit te voeren. Vanaf 2026 wordt verwacht dat het budget weer volledig benodigd zal zijn.
Klimaatadaptatie, € 654.000 lagere lasten
De lasten op het gebied van klimaatadaptatie zijn in 2026 ca. € 741.000 lager dan de begroting in 2025. Dit hangt hoofdzakelijk samen met incidenteel beschikbaar gestelde middelen voor deze raadsperiode (€ 654.000). Daarnaast betreft een deel van de lagere lasten (€ 87.000) een saldo-neutrale verschuiving tussen het programma Bedrijfsvoering en het programma Wonen en economie. Hiermee wordt deze personele inzet centraal verantwoord binnen het programma Bedrijfsvoering.
Verduurzaming ondernemers, € 791.000 lagere lasten
Ook voor dit onderwerp geldt dat de begrote lasten in 2026 lager zijn dan in 2025. Dit hangt samen met middelen die beschikbaar zijn gesteld voor de huidige raadsperiode ten behoeve van verduurzaming bij ondernemers.
De overige verschillen op dit product zijn kleiner dan € 25.000 en worden verder niet toegelicht.
