Onroerendezaakbelasting (OZB)
De OZB bestaat uit drie onderdelen: een heffing voor eigenaren van woningen, voor eigenaren
van niet-woningen en voor gebruikers van niet-woningen. De heffing voor gebruikers van
woningen is in 2006 afgeschaft. De OZB is het belangrijkste onderdeel van de gemeentelijk belastinginkomsten (ca. 8% van de totale baten van de gemeente).
De begrote opbrengst 2026 is gebaseerd op de prognose 2025 plus 3,2% inflatiecorrectie. Naast deze inflatiecorrectie is de raming van de inkomsten voor 2026 met € 350.000 verhoogd als gevolg van de areaaluitbreiding, zoals aangegeven in het traject SMB. Daarnaast wordt voor 2026 een verdere uitbreiding van het areaal voorzien als gevolg van nieuwbouw. Deze aanpassing van het areaal heeft geen effect op de hoogte van de aanslagen.
Elk jaar worden nieuwe taxatiewaarden gehanteerd, voor 2026 de waarden per 1 januari 2025. Op dit moment zijn de waardeontwikkelingen nog niet bekend, maar net als bij de vorige taxatierondes is het uitgangspunt dat de herwaardering op zich geen invloed mag hebben op de totale te realiseren belastingopbrengst. Ook de verhouding van de belastingdruk tussen woningen enerzijds en niet-woningen anderzijds zal hierdoor niet wijzigen. Als gevolg van de hertaxatie kan de aanslag per object, afhankelijk van de waardeontwikkeling, natuurlijk wél meer of minder afwijken van het gemiddelde stijgingspercentage van 3,2%.
