Lokale heffingen

Rioolheffing

Algemeen
Ter dekking van de kosten die de gemeente maakt voor de uitvoering van watertaken heft de gemeente rioolheffing. Er is voor 2024 -2027 een Gemeentelijk Riolering Plan (GRP) 2024-2027
opgesteld. De rioolheffing is een retributie waarbij een directe relatie bestaat tussen de heffing en de gemeentelijke activiteit. In dit geval betekent dit dat de belastingplichtige een heffing betaalt omdat het perceel waarvoor de heffing wordt berekend direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.  
De rioolheffing mag ten hoogste kostendekkend zijn. Uitgangspunt hiervoor is dat naast alle directe kosten die hiervoor in aanmerking worden genomen, ook indirecte kosten worden toegerekend. Zo worden BTW, personele inzet, overhead (opslagpercentage), kwijtschelding, perceptiekosten BgHu en straatvegen toegerekend. Dit betreft enerzijds kosten welke op andere taakvelden staan en anderzijds kosten (BTW) welke extracomptabel worden toegerekend.

Vanuit het principe dat de vervuiler betaalt wordt de gebruiker van het perceel aangeslagen, niet de eigenaar. Er wordt een vastrecht geheven met daarnaast, bij een waterverbruik van jaarlijks meer dan 300 m³, een toeslag per m³ boven de 300m³. Dat betreft slechts enkele procenten van het totaal aantal aansluitingen. Om toch een eenvoudige differentiatie te kunnen aanbrengen bij de huishoudens wordt onderscheid gemaakt tussen één- en meerpersoonshuishoudens, waarbij het tarief van een eenpersoonshuishouden ongeveer 70% bedraagt van het tarief voor een meerpersoonshuishouden.

Kostenontwikkeling
De effecten van de loon- en prijsbijstelling zijn verwerkt in de kostenontwikkeling. Daarnaast zijn de toe te rekenen kosten individueel bezien. Daar waar nodig zijn deze bijgesteld op basis van de meest actuele inzichten.

Bij de ontwikkeling van de opbrengsten is de prognose 2025 als uitgangspunt genomen. Daarnaast is rekening gehouden met areaaluitbreiding in de komende jaren op basis van de actuele woningplanning.

Om tot een kostendekkend tarief te komen daalt dit ten opzichte van 2025 met 0,6%. Voor de jaren 2027 en 2028 wordt uitgegaan van een stijging van respectievelijk 3,7% en 3,3%, conform de verwachte loon- en prijsstijging voor die jaren. Op basis van het huidige tariefmodel zou de stijging voor 2029 dan neerkomen op 3% (0,9% lager dan de kadernota 2026).

Voorziening rioolheffing
Het saldo van de voorziening is meegenomen in het model voor de tariefberekening van de rioolheffing. Deze voorziening is bedoeld ter egalisatie van het tarief. De prognose is dat het saldo van de voorziening per eind 2025 bijna € 1,9 miljoen zal zijn. Bij de hierboven genoemde tariefstijgingen voor 2027 en 2028 wordt een lagere kostendekkendheid voorzien dan 100%. In de begroting voor 2027 en 2028 is uitgegaan van een onttrekking uit de voorziening van respectievelijk € 114.000 en € 85.000. Vanaf 2029 is bovengenoemde tariefstijging wel weer 100% kostendekkend en is geen onttrekking nodig.

Tarieven
Voor 2026 bedraagt het tarief voor een meerpersoonshuishouden € 203,28 (2025 € 204,51) en voor een eenpersoonshuishouden € 142,27 (2025 € 143,13).

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke lasten worden toegerekend aan het tarief.